Néerlandais modifier

Étymologie modifier

 Composé de boven et de aan.

Adverbe modifier

bovenaan \Prononciation ?\

  1. En haut.
    • bovenaan op de bladzijde : en haut de la page.
    • het ligt bovenaan in de kast : ça se trouve en haut de l’armoire.
    • haar naam staat op de lijst bovenaan : son nom est en tête de liste.

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 100,0 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]