haai
Afrikaans modifier
Étymologie modifier
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun modifier
haai \Prononciation ?\
Prononciation modifier
- Afrique du Sud (Johannesbourg) : écouter « haai [Prononciation ?] »
Frison modifier
Étymologie modifier
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun modifier
haai \Prononciation ?\
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun modifier
| Nombre | Singulier | Pluriel |
|---|---|---|
| Nom | haai | haaien |
| Diminutif | haaitje | haaitjes |
haai \Prononciation ?\ masculin
- (Ichtyologie) Requin, poisson de la famille des sélachimorphes.
- Exemple d’utilisation manquant. (Ajouter)
- (Sens figuré) (Familier) Personne avide et cupide qui réussit dans les affaires.
- Exemple d’utilisation manquant. (Ajouter)
Dérivés modifier
- ashaai
- citroenhaai
- doornhaai
- engelhaai
- franjehaai
- grondhaai
- hamerhaai
- haaiachtig
- haaibaai
- haaienaanval
- haaienbek
- haaienkraakbeen
- haaienleer
- haaienmaag
- haaienpak
- haaientand
- haaienvel
- haaienvellen
- haaienvin
- haaienvinnensoep
- haaiig
- haailuis
- haaimaar
- haaiman
- haairog
- haaivis
- haringhaai
- hondshaai
- jonashaai
- kathaai
- landhaai
- luipaardhaai
- makreelhaai
- mensenhaai
- neushaai
- reuzenhaai
- rifhaai
- roofhaai
- schoerhaai
- schoorhaai
- speerhaai
- spierhaai
- tijgerhaai
- toonhaai
- verpleegsterhaai
- voshaai
- walvishaai
- witpunthaai
- witte haai
- zebrahaai
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 100,0 % des Flamands,
- 99,6 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- Pays-Bas : écouter « haai [Prononciation ?] »
Voir aussi modifier
- Haai sur l’encyclopédie Wikipédia (en néerlandais)
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]