langskomen
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Nom commun modifier
langskomen \Prononciation ?\ intransitif
- Passer.
- de metro is net langsgekomen
- le métro vient de passer
- de metro is net langsgekomen
- (Visite) passer
- bij iemand langskomen
- passer chez quelqu’un
- even langskomen
- faire un saut (chez quelqu’un)
- bij iemand langskomen
Synonymes modifier
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,3 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « langskomen [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]