Néerlandais modifier

Étymologie modifier

 Composé de mogen (« pouvoir »), -e- et -lijk.

Adjectif modifier

mogelijk \mo.ɣǝ.lɛk\

  1. Possible, éventuel.
    • het is mogelijk
      c’est possible
    • bij mogelijke moeilijkheden
      en cas de difficultés

Adverbe modifier

mogelijk \Prononciation ?\

  1. Peut-être, le cas échéant.
    • mogelijk komt hij vandaag
      peut-être qu’il viendra aujourd’hui
    • waar mogelijk
      autant que possible
  2. Éventuellement.
    • mogelijk komt hij met de trein
      il viendra éventuellement par le train

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 99,3 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

  • (Région à préciser) : écouter « mogelijk [mo.ɣǝ.lɛk] »
  • Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « mogelijk [Prononciation ?] »

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]