verbasteren
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Dérivé de bastaard.
Verbe modifier
verbasteren \Prononciation ?\ transitif
- Corrompre.
- Ze hebben m’n naam weer eens verbasterd.
- On a de nouveau écorché mon nom.
- Ze hebben m’n naam weer eens verbasterd.
- S’abâtardir.
- Een in het Nederlands verbasterd woord van Franse herkomst.
- Une forme néerlandaise altérée d’un mot français
- Een in het Nederlands verbasterd woord van Franse herkomst.
Synonymes modifier
- corrompre
- s’abâtardir
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « verbasteren [Prononciation ?] »