bijdragen
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Verbe modifier
Présent | Prétérit | |
---|---|---|
ik | draag bij | droeg bij |
jij | draagt bij | |
hij, zij, het | draagt bij | |
wij | dragen bij | droegen bij |
jullie | dragen bij | |
zij | dragen bij | |
u | draagt bij | droeg bij |
Auxiliaire | Participe présent | Participe passé |
hebben | dragen bijd | bijgedragen |
bijdragen transitif & intransitif
- Contribuer, concourir.
- bijdragen in de kosten van : participer aux frais de.
- Participer à, collaborer à, contribuer.
Synonymes modifier
contribuer
participer
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 100,0 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « bijdragen [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]