schaal
Carolinien modifier
Étymologie modifier
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun modifier
schaal \Prononciation ?\
- Eau.
Références modifier
- Ellis, S. James. 2012. Saipan Carolinian, one Chuukic language blended from many. (Doctoral dissertation, University of Hawai‘i at Mānoa; 440pp.), page 117.
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Du latin scala.
Nom commun modifier
schaal féminin/masculin
- (Métrologie) Échelle.
- de schaal van Celsius
- l’échelle de Celsius
- op schaal tekenen
- dessiner à l’échelle
- de schaal van Celsius
- (Balance) Plateau.
- de schaal van een balans
- le plateau d’une balance
- de schaal van een balans
- (Fruit) Coque, coquille.
- de schaal van een ei
- la coque / la coquille d’un œuf
- schaal- en schelpdieren
- fruits de mer
- de schaal van een ei
- (Contenu et contenant) Plat, vasque, conque.
- een heerlijke schaal
- un plat délicieux
- een heerlijke schaal
Synonymes modifier
- échelle
- plateau
- coque
- plat
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,0 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « schaal [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]