sterkte
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Nom commun modifier
sterkte \Prononciation ?\ féminin
- Force, vigueur, solidité.
- de sterkte van een man, van een paard
- la force d’un homme, d’un cheval
- de sterkte van een man, van een paard
- Nombre, effectifs.
- de sterkte van een leger
- les effectifs d’un armée
- de sterkte van een leger
- (Sens figuré) Réconfort.
- sterkte!
- courage !
- sterkte!
- Intensité, puissance.
- de sterkte van een lamp
- la puissance d’un lampe
- de sterkte van contactlenzen
- la dioptrie de verres de contact
- de sterkte van een lamp
Synonymes modifier
- force
- nombre
- réconfort
- intensité
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 100,0 % des Flamands,
- 99,3 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « sterkte [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]