verpakking
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Nom commun modifier
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | verpakking | verpakkingen |
Diminutif | verpakkinkje | verpakkinkjes |
verpakking \vǝɾ.pɑ.kɪŋ\ féminin
- Emballage, conditionnement.
- Verpakking met statiegeld.
- Emballage consigné.
- Verpakking met statiegeld.
- (Technique) Garniture, étanchéification.
Synonymes modifier
- emballage
- garniture
Dérivés modifier
Hyponymes modifier
- emballage
Vocabulaire apparenté par le sens modifier
- emballage
- garniture
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « verpakking [vǝɾ.pɑ.kɪŋ] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]