Néerlandais modifier

Étymologie modifier

 Dérivé de aandacht, avec le suffixe -ig.

Adjectif modifier

Forme Positif Comparatif Superlatif
Forme indéclinée aandachtig aandachtiger aandachtigst
Forme déclinée aandachtige aandachtigere aandachtigste  
Forme partitive aandachtigs aandachtigers

aandachtig \ˌaːnˈdɑx.təx\

  1. Attentif.
    • Een aandachtig gehoor.
      Un auditoire attentif.

Synonymes modifier

Adverbe modifier

aandachtig \ˌaːnˈdɑx.təx\

  1. Attentivement.
    • Aandachtig naar muziek luisteren.
      Écouter de la musique attentivement.

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 98,9 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

Références modifier

  • « aandachtig » dans le Woordenlijst Nederlandse Taal de la Nederlandse Taalunie
  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]