Néerlandais modifier

Étymologie modifier

De aaneensluiten.

Adjectif modifier

aaneengesloten

  1. D’affilée.
    • een aaneengesloten periode : une période ininterrompue.

Forme de verbe modifier

aaneengesloten \Prononciation ?\

  1. Participe passé du verbe aaneensluiten.


Prononciation modifier