aaneengesloten
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- De aaneensluiten.
Adjectif modifier
aaneengesloten
- D’affilée.
- een aaneengesloten periode : une période ininterrompue.
Forme de verbe modifier
aaneengesloten \Prononciation ?\
- Participe passé du verbe aaneensluiten.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « aaneengesloten [Prononciation ?] »