Néerlandais modifier

Étymologie modifier

 Composé de bekend et de maken, apparenté à bekanntmachen en allemand.

Verbe modifier

Présent Prétérit
ik maak bekend maakte bekend
jij maakt bekend
hij, zij, het maakt bekend
wij maken bekend maakten bekend
jullie maken bekend
zij maken bekend
u maakt bekend maakte bekend
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben maken bekendd bekendgemaakt

bekendmaken \Prononciation ?\ transitif

  1. Publier, annoncer.

Dérivés modifier

Vocabulaire apparenté par le sens modifier

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 95,5 % des Flamands,
  • 97,6 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]