dwerg
Étymologie
modifier- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
modifierdwerg
Prononciation
modifier- Afrique du Sud (Johannesbourg) : écouter « dwerg [Prononciation ?] »
Étymologie
modifier- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
modifierdwerg \Prononciation ?\
Synonymes
modifierDérivés
modifier- dwergaalscholver
- dwergachtig
- dwergara
- dwergarend
- dwergbacove
- dwergberk
- dwergbijeneter
- dwergblauwtje
- dwergbolk
- dwergchimpansee
- dwergekstertje
- dwergfactor
- dwerggalerij
- dwerggans
- dwerggeit
- dwerggors
- dwerggroei
- dwerghert
- dwergkees
- dwergkonijn
- dwergmeeuw
- dwergmispel
- dwergmuis
- dwergnijlpaard
- dwergnoot
- dwergooruil
- dwergpalm
- dwergpapegaai
- dwergplaneet
- dwergplevier
- dwergpoedel
- dwergpotvis
- dwergspitsmuis
- dwergstaat
- dwergsteenuil
- dwergstern
- dwergtarwe
- dwergtong
- dwergtonijn
- dwergvinvis
- dwergvlas
- dwergvleermuis
- dwergvolk
- dwergwerpen
Taux de reconnaissance
modifier- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,2 % des Flamands,
- 99,4 % des Néerlandais.
Prononciation
modifier- Pays-Bas : écouter « dwerg [Prononciation ?] »
Références
modifier- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]