graagte
NéerlandaisModifier
ÉtymologieModifier
Nom commun Modifier
graagte féminin
- Avidité, appétit.
- met graagte eten
- manger avec avidité
- met graagte eten
- Zèle, avidité, ardeur.
- met graagte aan iets werken
- travailler à quelque chose avec joie
- met graagte aan iets werken
SynonymesModifier
avidité
zèle
AntonymesModifier
Taux de reconnaissanceModifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 70,3 % des Flamands,
- 67,0 % des Néerlandais.
PrononciationModifier
→ Prononciation manquante. (Ajouter)
- (Région à préciser) : écouter « graagte [Prononciation ?] »
RéférencesModifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]