helemaal alleen
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Locution adjectivale modifier
helemaal alleen \Prononciation ?\
- Tout seul.
- ben je helemaal alleen?
- tu es tout seul ?
- ben je helemaal alleen?
Locution adverbiale modifier
helemaal alleen \Prononciation ?\
- Tout seul.
- hij heeft het helemaal alleen gedaan
- il l’a fait tout seul
- hij heeft het helemaal alleen gedaan