inhuldigen
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Verbe modifier
inhuldigen transitif
Présent | Prétérit | |
---|---|---|
ik | huldig in | huldigde in |
jij | huldigt in | |
hij, zij, het | huldigt in | |
wij | huldigen in | huldigden in |
jullie | huldigen in | |
zij | huldigen in | |
u | huldigt in | huldigde in |
Auxiliaire | Participe présent | Participe passé |
hebben | huldigen ind | ingehuldigd |
- Investir, introniser
- Inaugurer
- Donderdag is de Belgische ambassade in Tokio officieel ingehuldigd door premier Yves Leterme (CD&V) en minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V). — (VRT, 2010)
- Jeudi l’ambassade belge de Tokyo a été officiellement inaugurée par le premier ministre Yves Leterm (CD&V) et le ministre des Affaires étrangères Steven Vanacker (CD&V).
- Donderdag is de Belgische ambassade in Tokio officieel ingehuldigd door premier Yves Leterme (CD&V) en minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V). — (VRT, 2010)
Dérivés modifier
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 98,4 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- Pays-Bas : écouter « inhuldigen [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]