interesseren
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Verbe modifier
Présent | Prétérit | |
---|---|---|
ik | interesseer | interesseerde |
jij | interesseert | |
hij, zij, het | interesseert | |
wij | interesseren | interesseerden |
jullie | interesseren | |
zij | interesseren | |
u | interesseert | interesseerde |
Auxiliaire | Participe présent | Participe passé |
hebben | interesserend | geïnteresseerd |
interesseren \Prononciation ?\ transitif
- Intéresser.
- de zaak waarin hij is geïnteresseerd
- l’affaire où il a des intérêts
- geïnteresseerd zijn voor de verkoop van
- être intéressé par la vente de
- de zaak waarin hij is geïnteresseerd
zich interesseren \Prononciation ?\ réfléchi
- s'interesser
- zich interesseren voor
- s’intéresser à
- zich niet meer interesseren voor iets
- se désintéresser de quelque chose
- zich interesseren voor
Synonymes modifier
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 97,1 % des Flamands,
- 99,3 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- Pays-Bas : écouter « interesseren [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]