meteen
Finnois modifier
Forme de nom commun modifier
meteen
- Illatif singulier de mesi.
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Adverbe modifier
meteen \Prononciation ?\
- Tout de suite, aussitôt, immédiatement, sur-le-champ.
- Tot zo meteen!
- À tout de suite !
- Meteen in het begin.
- D’emblée.
- Meteen na aankomst.
- Aussitôt arrivé / arrivée, dès notre / mon / son / leur arrivée.
- Maar meteen.
- Tant qu’à faire.
- Tot zo meteen!
- En même temps.
- Toen ik aanbelde, werd er meteen opengedaan
- Comme j’étais en train de sonner, la porte s’ouvrit.
- Toen ik aanbelde, werd er meteen opengedaan
Synonymes modifier
- tout de suite
- en même temps
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,8 % des Flamands,
- 99,3 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « meteen [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]