noodzakelijk
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Adjectif modifier
Forme | Positif | Comparatif | Superlatif |
---|---|---|---|
Forme indéclinée | noodzakelijk | noodzakelijker | noodzakelijkst |
Forme déclinée | noodzakelijke | noodzakelijkere | noodzakelijkste |
Forme partitive | noodzakelijks | noodzakelijkers | — |
noodzakelijk \no:d.za.kə.lɛk\
- Nécessaire, indispensable.
- het hoogst noodzakelijke
- l’indispensable
- het hoogst noodzakelijke
Adverbe modifier
noodzakelijk \Prononciation ?\
- Nécessairement.
- noodzakelijk deel uitmaken van
- faire partie intégrante de
- noodzakelijk deel uitmaken van
Synonymes modifier
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,3 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « noodzakelijk [no:d.za.kə.lɛk] »
Références modifier
Cette page utilise des informations de l’article du Wiktionnaire en néerlandais, sous licence CC BY-SA 4.0 : versie van 15 dec 2012 om 13:21 noodzakelijk. (liste des auteurs et autrices)
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]