plaatsing
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Nom commun modifier
plaatsing \Prononciation ?\ féminin
- Mise en place.
de plaatsing van een wasautomaat
- l’installation d’une machine à laver
de plaatsing van kruisraketten
- le déploiement de missiles de croisière
de plaatsing van een advertentie
- l’insertion d’un annonce
- Placement.
plaatsing in een inrichting
- placement dans une institution
- (Industrie) Implantation.
- (Finance) Souscription.
plaatsing van aandelen
- souscription d’actions
- (Finance) Placement.
een goede plaatsing
- un bon placement
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,7 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « plaatsing [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]