raadplegen
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Verbe modifier
raadplegen \Prononciation ?\ transitif
- Consulter.
- een dokter raadplegen
- consulter un médecin
- zijn geheugen raadplegen
- interroger sa mémoire
- een databank raadplegen
- interroger une banque de données
- een woordenboek raadplegen
- consulter un dictionnaire
- iemand over iets raadplegen
- demander conseil à quelqu’un sur quelque chose.
- het raadplegen
- la consultation (médicale, d’un dictionnaire)
- een dokter raadplegen
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 100,0 % des Flamands,
- 99,6 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- Pays-Bas : écouter « raadplegen [ɾaːt.ple.ɣǝː] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]