terwijl
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Du moyen néerlandais ter wilen dat ....
Conjonction modifier
terwijl
- Tandis que, pendant que.
- Terwijl hij telefoneerde, kookte de soep over.
- Pendant qu'il téléphonait, la soupe débordait.
- Terwijl hij telefoneerde, kookte de soep over.
- Tandis que, alors que.
- Hij deed het toch, terwijl hij erg goed wist dat het verboden was.
- Il l'a fait alors qu'il savait que c'était interdit
- Hij deed het toch, terwijl hij erg goed wist dat het verboden was.
Variantes orthographiques modifier
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,2 % des Flamands,
- 98,5 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Pays-Bas du Nord) : \tɛr.ˈʋɛɫ\, \tɛr.ˈʋɛːɫ\
- (Limbourg) : \tɛr.ˈwɛɪ̯l\
- Pays-Bas : écouter « terwijl [Prononciation ?] »
- Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « terwijl [Prononciation ?] »
Références modifier
- Cette page utilise des informations de l’article du Wiktionnaire en néerlandais, sous licence CC BY-SA 4.0 : terwijl. (liste des auteurs et autrices)
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]