Néerlandais modifier

Étymologie modifier

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Verbe modifier

Présent Prétérit
ik wijs toe wees toe
jij wijst toe
hij, zij, het wijst toe
wij wijzen toe wezen toe
jullie wijzen toe
zij wijzen toe
u wijst toe wees toe
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben wijzen toed toegewezen

toewijzen \Prononciation ?\ transitif

  1. Attribuer, adjuger, allouer,assigner.
    • een rol toewijzen aan iem.
      attribuer un rôle à qn.
    • een bedrag toewijzen aan iem.
      allouer une somme à qn.
  2. (Informatique) Affecter.

Synonymes modifier

attribuer

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,2 % des Flamands,
  • 99,7 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]