uitspraak
Afrikaans modifier
Étymologie modifier
- uitspraak vient de "uit" au-delà, hors de, et spraak, parole...
Nom commun modifier
uitspraak \Prononciation ?\
Prononciation modifier
- Afrique du Sud : écouter « uitspraak [Prononciation ?] »
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Nom commun modifier
uitspraak \Prononciation ?\ féminin/masculin
- Prononciation, accent, diction, élocution.
- u hebt een fraaie uitspraak, juffrouw
- vous avec une jolie prononciation, mademoiselle
- u hebt een fraaie uitspraak, juffrouw
- Jugement.
- daar durf ik geen uitspraak over te doen
- je n’ose pas me prononcer là-dessus
- daar durf ik geen uitspraak over te doen
- Paroles, propos.
- een uitspraak van Epicurus
- une parole d’Épicure
- een uitspraak van Epicurus
- (Droit) Sentence, verdict, arrêt, décision.
Synonymes modifier
- prononciation
- paroles
- sentence
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,5 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- Pays-Bas : écouter « uitspraak [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]