verbindend
Allemand modifier
Forme de verbe modifier
verbindend \fɛɐ̯ˈbɪndn̩t\
- Participe présent de verbinden.
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Participe présent de verbinden.
Adjectif modifier
verbindend \Prononciation ?\
- (Droit) Obligatoire.
- Onderhavig contract is verbindend.
- Le présent contrat est obligatoire.
- Onderhavig contract is verbindend.
Synonymes modifier
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « verbindend [Prononciation ?] »