verkeer
Afrikaans modifier
Étymologie modifier
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun modifier
verkeer \Prononciation ?\
Verbe modifier
verkeer \Prononciation ?\
Prononciation modifier
- Afrique du Sud (Johannesbourg) : écouter « verkeer [Prononciation ?] »
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- De formation parasynthétique.
Nom commun modifier
verkeer \vǝɾ.ke:ɾ\ neutre (Indénombrable)
- Circulation, trafic.
- Het verkeer regelen
- Régler la circulation.
- Langzaam verkeer.
- Véhicule lent.
- Veilig Verkeer (Nederland)
- Sécurité routière.
- Het verkeer regelen
- (Commerce) Commerce.
- Het vrije verkeer van personen.
- La libre circulation des personnes.
- Het principe van het vrije verkeer (van goederen)
- Le principe de la libre pratique.
- Vrij verkeer van goederen.
- Libre circulation des marchandises.
- Het in het vrije verkeer brengen
- La mise à la consommation.
- Het vrije verkeer van personen.
- (Sociologie) Relations, fréquentation, contacts, rapports.
- (Téléphonie) Communication.
- Het lokale verkeer.
- Les communications urbaines.
- Het lokale verkeer.
Dérivés modifier
- seksueel verkeer (rapports sexuels)
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « verkeer [vǝɾ.ke:ɾ] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]