verkleden
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Dérivé par préfixation de kleden.
Verbe modifier
verkleden \Prononciation ?\ pronominal
- (Habillement) Se changer.
- Ik ga me even verkleden voor het feest.
- Je vais me changer pour la fête.
- Ik ga me even verkleden voor het feest.
- (Théâtre) Se costumer, se déguiser.
- Hij ging als vrouw verkleed naar het carnaval.
- Il alla déguisé en femme au carnaval.
- Hij ging als vrouw verkleed naar het carnaval.
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,8 % des Flamands,
- 99,3 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « verkleden [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]