vermeerderen
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Dérivé par préfixation de meerderen.
Verbe modifier
vermeerderen \Prononciation ?\ intransitif/transitif
- Augmenter.
De vermeerderde vraag naar een artikel
- La demande accrue d'un article.
De bevolking vermeerderde zich snel.
- La population augmenta rapidement.
Vermeerderd met de kosten voor terugzending
- Majoré des frais de retour.
Derde, vermeerderde druk.
- Troisième édition (revue et) augmentée.
Zijn kennis vermeerderen.
- Étendre ses connaissances.
Synonymes modifier
Antonymes modifier
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,4 % des Flamands,
- 98,7 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- Pays-Bas : écouter « vermeerderen [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]