verpanden
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Verbe modifier
verpanden \Prononciation ?\ transitif
- Mettre en gage, engager, nantir.
- In de lommerd verpanden.
- Engager au mont-de-piété
- Zijn woord verpanden.
- Engager sa parole.
- In de lommerd verpanden.
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 90,7 % des Flamands,
- 96,8 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « verpanden [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]