Voir aussi : wij, wíj

Néerlandais modifier

Forme de pronom modifier

wíj́ \wɛj\

  1. Forme emphatique de wij.
    • Wat kunnen wíj́ doen? — (« Actie is hard nodig, vindt Jeroen: ‘Stop met fröbelen en bouw Lowlands om tot plek voor vluchtelingen’ », dans AD, 27 aout 2022 [texte intégral])
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Variantes orthographiques modifier