zoeken
Étymologie
modifier- Du moyen néerlandais soeken, issu du vieux néerlandais suoken, issu du proto-germanique *sōkijaną, issu de la racine de l'indo-européen commun *séh₂gyeti.
- À rapprocher de l'allemand suchen et de l'anglais to seek, de même sens.
Verbe
modifierPrésent | Prétérit | |
---|---|---|
ik | zoek | zocht |
jij | zoekt | |
hij, zij, het | zoekt | |
wij | zoeken | zochten |
jullie | zoeken | |
zij | zoeken | |
u | zoekt | zocht |
Auxiliaire | Participe présent | Participe passé |
hebben | zoekend | gezocht |
zoeken \ˈzu.kə(n)\ (voir la conjugaison)
- Chercher.
- Infinitif du verbe.
- Première personne du singulier du présent du verbe.
- Deuxième personne du singulier du présent du verbe.
- Troisième personne du singulier du présent du verbe.
- (Désuet) Première personne du singulier du subjonctif présent du verbe.
- (Désuet) Deuxième personne du singulier du subjonctif présent du verbe.
- (Désuet) Troisième personne du singulier du subjonctif présent du verbe.
Dérivés
modifier- aanzoeken
- afzoeken
- asielzoeker
- beeldzoeker
- bestekzoeker
- bezoeken
- bijeenzoeken
- doorzoeken
- fortuinzoeker
- galzoeker
- gelukzoeker
- genotzoeker
- gezoek
- goud zoeken
- goudzoeker
- kometenzoeker
- lijnzoeker
- meetzoeker
- meezoeken
- nazoeken
- onderzoeken
- oproepzoeker
- opzoeken
- overzoeken
- reflexzoeker
- richtingzoeker
- rondzoeken
- ruzie zoeken
- ruziezoeker
- schatzoeken
- spanningszoeker
- spanningzoeker
- spiegelzoeker
- spoorzoeken
- terugzoeken
- thuiszoeken
- uitzoeken
- verzoeken
- voetzoeker
- woordzoeker
- wurmenzoeker
- ziekzoeker
- zoekactie
- zoekalgoritme
- zoekboek
- zoekbrengen
- zoekdienst
- zoekengine
- zoeker
- zoekfunctie
- zoekgebied
- zoekgedrag
- zoekinstructie
- zoeklamp
- zoeklicht
- zoekmachine
- zoekmaken
- zoekmogelijkheid
- zoekopdracht
- zoekpad
- zoekplaat
- zoekplaatje
- zoekprocedure
- zoekprogramma
- zoekraken
- zoekreflex
- zoekresultaat
- zoekrobot
- zoeksnelheid
- zoekspelen
- zoekster
- zoekstring
- zoeksysteem
- zoekterm
- zoekterrein
- zoektijd
- zoektocht
- zoektool
- zoekveld
- zoekwerk
- zoekwoord
Taux de reconnaissance
modifier- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 100,0 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation
modifier- Pays-Bas : écouter « zoeken [zu.kǝː] »
- Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « zoeken [Prononciation ?] »
Références
modifier- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]