aanvoegende wijs
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- De aanvoegende (« qui adjoint ») et wijs (« mode »).
Locution nominale modifier
aanvoegende wijs \ˈan.vu.χə.də ˈwɛjs\ féminin (ou masculin)
- (Grammaire) Subjonctif.
Synonymes modifier
Hyperonymes modifier
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « aanvoegende wijs [Prononciation ?] »
- \ˈan.vu.χə.də ˈwɛjs\
- \an.ˈvu.χə.də ˈwɛjs\