Néerlandais modifier

Étymologie modifier

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Adjectif modifier

ontvankelijk \Prononciation ?\

  1. Sensible, réceptif.
    • Ontvankelijk gemaakt voor
      Sensibilisé à
    • Iemand ontvankelijk maken voor
      Ouvrir l’esprit de quelqu’un à
    • Ontvankelijk voor indrukken
      Facilement impressionnable
    • Ontvankelijk voor invloeden
      Perméable aux influences
  2. (Droit) Recevable, acceptable.
    • Niet ontvankelijk
      Irrecevable
    • Niet ontvankelijk verklaren
      Déclarer irrecevable

Synonymes modifier

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 94,0 % des Flamands,
  • 96,2 % des Néerlandais.


Prononciation modifier

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]