onvoltooid deelwoord
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Composé de onvoltooid et deelwoord.
Locution nominale modifier
onvoltooid deelwoord neutre (pluriel : onvoltooid deelwoorden féminin)
- (Grammaire) Participe présent.
Voir aussi modifier
Prononciation modifier
→ Prononciation manquante. (Ajouter)
- Pays-Bas : écouter « onvoltooid deelwoord [Prononciation ?] »