speenvarken
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Composé de speen (« mammelle ») et de varken (« cochon »), apparenté à Spanferkel en allemand.
Nom commun modifier
speenvarken \Prononciation ?\ neutre
- Cochon de lait.
schreeuwen / brullen als een mager speenvarken
- crier comme un veau
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,4 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « speenvarken [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]