versterken
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
- Dérivé par préfixation de sterken.
Verbe modifier
versterken \Prononciation ?\ transitif
- Renforcer, fortifier.
De muren van een stad versterken.
- Fortifier les murs d’une ville.
De inwendige mens versterken.
- Se sustenter.
- Amplifier.
Een apparaat dat het geluid versterkt.
- Un appareil qui amplifie le son.
- Épauler, seconder.
Hij is ons team komen versterken.
- Il est venu épauler notre équipe.
Synonymes modifier
- renforcer
- amplifier
- épauler
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,5 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « versterken [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]