geschiedschrijver
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Nom commun modifier
geschiedschrijver masculin
- Historien.
- "Ik, Fabian Zè, historicus en docent aan de academie van Trozen op het rijke Tarmaddon, werd onrechtvaardig naar de planeet Fluori verbannen, omwille van mijn eerlijkheid als geschiedschrijver." — (Gust van Brussel, De Atlantica Kroniek, 2003, ISBN 9053252371)
Synonymes modifier
Prononciation modifier
- (Région à préciser) : écouter « geschiedschrijver [Prononciation ?] »