Néerlandais modifier

Étymologie modifier

D’origine onomatopéique.

Nom commun modifier

Nombre Singulier Pluriel
Nom kieviet kievieten
Diminutif kievietje kievietjes

kieviet \Prononciation ?\ masculin

  1. (Ornithologie) Vanneau.
    • deze vrouw van tachtig jaar loopt nog als een kieviet
      cette femme de quatre-vingts ans est encore ingambe
    • zo vlug zijn als een kieviet
      être rapide comme une flèche

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 62,8 % des Flamands,
  • 84,0 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]