schijnheilig
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Adjectif modifier
schijnheilig \Prononciation ?\
- Hypocrite.
een schijnheilige
- une sainte nitouche
een schijnheilig persoon
- un(e) hypocrite
met een schijnheilig gezicht
- hypocritement
Synonymes modifier
Antonymes modifier
Apparentés étymologiques modifier
Dérivés modifier
Adverbe modifier
schijnheilig \Prononciation ?\
- Hypocritement.
zich schijnheilig gedragen
- faire l’hypocrite
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,2 % des Flamands,
- 98,5 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
→ Prononciation manquante. (Ajouter)
- Pays-Bas : écouter « schijnheilig [Prononciation ?] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]