stapelmesjogge
Étymologie
modifier- De stapel (= empilement) et mesjogge (= cinglé).
Adjectif
modifierstapelmesjogge \Prononciation ?\
- (Familier) Complètement cinglé.
- De man Alfred mocht normaal zijn of stapelmesjogge, in beide gevallen leek hij mij even gevaarlijk. (Hubert Lampo, De eerste sneeuw van het jaar)