toevallig
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Adverbe modifier
toevallig \tu.vɑ.lɪɣ\
- Par hasard.
toevallig heb ik daar geen zin in
- il se trouve que je n’en ai pas envie
mocht er toevallig iemand langskomen
- si par hasard quelqu’un passait
Adjectif modifier
toevallig \tu.vɑ.lɪɣ\
- Fortuit, accidentel, aléatoire.
een toevallige ontmoeting
- une rencontre fortuite
- (Statistiques) toevallige fout
- erreur aléatoire
Taux de reconnaissance modifier
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation modifier
- Pays-Bas : écouter « toevallig [tu.vɑ.lɪɣ] »
Références modifier
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]