Néerlandais modifier

Étymologie modifier

Composé de l'adverbe “binnen” et du verbe “leiden”.

Verbe modifier

binnenleiden transitif

Présent Prétérit
ik leid binnen leidde binnen
jij leidt binnen
hij, zij, het leidt binnen
wij leiden binnen leidden binnen
jullie leiden binnen
zij leiden binnen
u leidt binnen leidde binnen
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben leiden binnend binnengeleid
  1. Introduire.

Synonymes modifier

Prononciation modifier

Prononciation manquante. (Ajouter)