Néerlandais modifier

Étymologie modifier

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Adjectif modifier

Forme Positif Comparatif Superlatif
Forme indéclinée makkelijk makkelijker makkelijkst
Forme déclinée makkelijke makkelijkere makkelijkste

makkelijk \Prononciation ?\

  1. Facile.
    • deze producten maken het u een stuk makkelijker
      ces produits vous faciliteront la vie

Synonymes modifier

Adverbe modifier

makkelijk \Prononciation ?\

  1. Facilement.
    • je hebt makkelijk praten
      c’est facile à dire
    • dat kan makkelijk
      c’est bien possible
    • hij komt makkelijk onder de invloed van anderen
      il se laisse facilement influencer

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 98,0 % des Flamands,
  • 98,7 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

  • (Région à préciser) : écouter « makkelijk [Prononciation ?] »
  • Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « makkelijk [Prononciation ?] »

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]