Néerlandais modifier

Étymologie modifier

De on- (préfixe négatif) et verbeteren (= corriger).

Adjectif modifier

onverbeterlijk

  1. Incorrigible, indécrottable.
    • Je bent een onverbeterlijke wijsneus. — (Pieter Aspe, Zonder spijt)
    • onverbeterlijke heidenen
      d’indécrottables païens.

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,2 % des Flamands,
  • 98,9 % des Néerlandais.


Prononciation modifier

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]