Néerlandais modifier

Étymologie modifier

Composé de uitkeren avec le suffixe -ing.

Nom commun modifier

uitkering féminin

  1. Versement, paiement, prestation, remboursement.
    • een voorlopige uitkering
      un dividende provisoire
  2. Allocation, pension, indemnité.
    • een uitkering krijgen / genieten
      bénéficier d’une allocation / être pensionné
    • een oorlogsinvalide een uitkering toekennen
      pensionner un invalide de guerre
  3. (Droit) Pension alimentaire.

Synonymes modifier

versement
allocation
pension alimentaire

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 97,8 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]