herdrukken

Néerlandais

Étymologie

Du drukken.

Verbe

	Présent	Prétérit
ik	herdruk	herdrukte
jij	herdrukt
hij, zij, het	herdrukt
wij	herdrukken	herdrukten
jullie	herdrukken
zij	herdrukken
u	herdrukt	herdrukte
Auxiliaire	Participe présent	Participe passé
hebben	herdrukkend	herdrukt

herdrukken transitif

1. Réimprimer.

Vocabulaire apparenté par le sens

• boekdrukkerij
• boekenpers
• editie
• herziening
• oplage
• uitgave

Forme de nom commun

herdrukken

1. Pluriel de herdruk.

Vocabulaire apparenté par le sens

• nadrukken

Prononciation

Verbe :

• Pays-Bas : écouter « herdrukken [ɦər.ˈdrʏ.kə(n)] »

Forme de nom :

• Pays-Bas : écouter « herdrukken [ˈɦər.drʏ.kə(n)] »