Néerlandais modifier

Étymologie modifier

Composé de holebi et de jongere.

Nom commun modifier

Nombre Singulier Pluriel
Nom holebijongere holebijongeren
Diminutif

holebijongere \Prononciation ?\

  1. Adolescent homosexuel, lesbienne ou bisexuel.
    • “Want het eerste homohuwelijk is van begin deze eeuw maar zelfdoding en depressie komt bij holebijongeren nog altijd meer voor dan bij hetereoseksuele jongeren. [...]” — (« Riemstenaar Wim Peumans schrijft boek over seksuele identiteitscrisis bij moslimmannen en -vrouwen », dans VRT, 3 mars 2021 [texte intégral])
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Variantes orthographiques modifier