Néerlandais modifier

Étymologie modifier

De stemmen et recht.

Nom commun modifier

stemrecht \Prononciation ?\ neutre

  1. Droit de vote.
    • het algemeen stemrecht
      le suffrage universel
    • de aandeelhouder heeft bij de algemene vergaderingen stemrecht
      l’actionnaire a le droit de vote aux assemblées générales

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 98,3 % des Flamands,
  • 99,0 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]