Néerlandais modifier

Étymologie modifier

Composé de taal (« langue ») et de strijd (« dispute »).

Nom commun modifier

Nombre Singulier Pluriel
Nom taalstrijd taalstrijden
Diminutif taalstrijdje taalstrijdjes
 
Taalstrijd dans les Fourons.

taalstrijd masculin

  1. Querelle linguistique.
    • In België is er heden ten dage nog steeds sprake van een taalstrijd.
      En Belgique il y a encore aujourd'hui une querelle linguistique

Synonymes modifier

Taux de reconnaissance modifier

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 96,2 % des Flamands,
  • 96,8 % des Néerlandais.

Prononciation modifier

Voir aussi modifier

  • taalstrijd sur l’encyclopédie Wikipédia (en néerlandais)  

Références modifier

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]