Étymologie

modifier
Dérivé par préfixation du verbe drukken.
Présent Prétérit
ik druk uit drukte uit
jij drukt uit
hij, zij, het drukt uit
wij drukken uit drukten uit
jullie drukken uit
zij drukken uit
u drukt uit drukte uit
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben drukken uitd uitgedrukt

uitdrukken \ʌjt.dɾɵ.kǝⁿ\ transitif

  1. Exprimer.
    • Hoe pittig een peper is, wordt uitgedrukt met de schaal van Scoville. De Scoville score van een peper wordt bepaald door een precieze hoeveelheid van de gedroogde en gemalen peper te verdunnen met suikerwater totdat er geen pittigheid meer kan worden geproefd  (Christel Vondermans, « Hoe gezond zijn pepers? » sur gezondheidsnet.nl, le 15 avril 2024  lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • zijn gedachten uitdrukken
      exprimer ses idées
    • een onbeholpen manier van uitdrukken
      une gaucherie d’expression
    • dat is sterk uitgedrukt
      c’est exagéré
    • de waarde van iets in geld uitdrukken
      exprimer en argent la valeur d’une chose
    • in dollars uitgedrukt
      libellé en dollars
    • zich uitdrukken
      s’exprimer
    • zich erg vlot kunnen uitdrukken
      avoir une grande facilité à s’exprimer
    • als ik mij zo mag uitdrukken
      si j’ose dire
  2. Presser, extraire.
    • een sigaret uitdrukken
      écraser une cigarette

Synonymes

modifier

Taux de reconnaissance

modifier
En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,5 % des Flamands,
  • 99,7 % des Néerlandais.

Prononciation

modifier

Références

modifier
  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]